De pols is het gewricht dat de hand met de arm verbindt. In de pols komen het spaakbeen, de ellepijp en de acht handwortelbeentjes samen. Bij een handstand of overslag met gym heb je hele soepele polsen nodig. Bij hockey of tennis moet je je polsen juist recht houden. Wie sportief is, houdt dus maar beter de vinger aan de pols. Dat doet de dokter trouwens ook. Aan de binnenkant van de pols loopt de slagader naar de hand. Die kun je gemakkelijk zien en voelen. Daarom voelt de dokter meestal aan je pols als hij je hartslag wil controleren. Dat helpt hem om vast te stellen wat je hebt. Het was de Griek Praxagoras van Kos die al rond 325 voor onze jaartelling ontdekte dat het opnemen van de polsslag handig is om ziektes te herkennen.