Via je slokdarm komt het eten in je maag. Je maag maakt het eten nog kleiner dan je tanden en kiezen al hadden gedaan. De spieren in de maagwand kneden en persen net zolang tot er een dikke brij ontstaat. Je maag voegt ook iets aan die etensbrij toe: maagsap. Per dag maak je wel 2 liter aan. Dit maagsap bestaat uit zoutzuur, slijm en stoffen om je eten te verteren, zoals enzymen. Het zoutzuur is bedoeld om ongewenste bacteriën om zeep te helpen. Ook lost het bijvoorbeeld per ongeluk ingeslikte kleine stukjes bot op. Zo helpt het zuur mee het eten te verteren. Het is geen fijn spulletje: zoutzuur is zo sterk, dat een t-shirt erin oplost. Je maagwand kan er gelukkig wel tegen, dankzij een dikke laag slijmvlies. Is het eten ‘klaar’ dan perst de maag het in kleine beetjes naar de dunne darm. Soms is dat na een uurtje, soms pas na vier tot zeven uur. Eten dat zwaarder verteert – dus waar je maag langer mee bezig is – bevat vaak meer voedingsstoffen. Koeien hebben niet voor niets maar liefst vier magen: gras is heel moeilijk verteerbaar. En: hoe beter je kauwt, hoe makkelijker je maag het heeft.