Bloed werd vroeger ook wel levenssap genoemd. Niet zo gek, want als ons bloed niet stroomt, of als we te weinig bloed hebben, gaan we dood. Bloed neemt het zuurstof uit de longen op en zorgt ervoor dat het in alle uithoeken van je lichaam terecht komt. Zodat jij alles kunt doen wat je wilt: sporten, dansen, praten, noem maar op. Als je hersenen te weinig zuurstof krijgen, val je flauw. Maar bloed doet veel meer. Het vervoert voedingsstoffen, warmte, afweerstoffen en hormonen door je lichaam. En het haalt afvalstoffen uit je lichaam. Die adem, plas of poep je uit. Maar niet bij iedereen is het bloed goed. Sommige mensen hebben te weinig rode bloedcellen in hun lichaam. Of hun rode bloedcellen bevatten te weinig ijzer. Dan krijgt je lichaam te weinig zuurstof en ben je snel moe en duizelig. Dit noemen ze bloedarmoede. Door gezond te eten, met veel groenten, bijvoorbeeld spinazie, kan je lichaam beter rode bloedcellen aanmaken. Ook drinken is goed voor je bloed. Dat houdt het bloedplasma op orde en zorgt ervoor dat je bloed vloeibaar blijft.