Verlegenheid zit – letterlijk – tussen de oren. Om precies te zijn: in de amygdala. Dit is een klein, amandelvormig gebiedje onderin de grote hersenen. De amygdala legt verbanden tussen informatie van verschillende zintuigen. Die informatie koppelt hij aan gevoelens. De amygdala regelt ook de ‘vecht/vlucht-reactie’. Dit is een mechanisme dat werkt bij gevaar. Bij grote angst en stress. maakt je lichaam veel stress-stofjes aan: adrenaline en cortisol. Je hart klopt sneller, je spieren spannen zich, je krijgt kippenvel en je haren gaan overeind staan. Zo bereidt je lichaam zich voor op een gevecht of om op de vlucht te slaan. Als het gevaar is geweken, maakt je lichaam stoffen aan om weer rustig te worden: endorfinen en dopamine. Onder een MRI-hersenscanner zagen wetenschappers hoe de amygdala’s van verlegen proefpersonen meteen ‘aanfloepten’ bij het zien van een foto van iemand die ze niet kenden.