Je hart is verdeeld in twee helften. Elke helft bevat een kamer en een boezem. In de rechterboezem komt zuurstofarm bloed terug nadat het door je lichaam is gestroomd. Als daar genoeg bloed is verzameld, dan pompt je hart het naar de rechter hartkamer. Tussen de boezem en de hartkamer zitten hartkleppen. Die zorgen ervoor dat het bloed niet kan terugstromen naar de boezem. De rechterkamer van het hart trekt hierna samen en pompt het bloed uit de kamer naar de longen. Daar krijgt het bloed nieuwe zuurstof. Dit zuurstofrijke bloed gaat naar de linkerboezem. Vandaar gaat het naar de linker hartkamer. Ook tussen de linkerboezem en de linkerkamer zitten hartkleppen om terugstromen te voorkomen. De linkerhelft van je hart is heel sterk. Met de kracht van een kleine bodybuilder pompt de linkerkamer het bloed via de grote lichaamslagader door de rest van je lichaam. Om overal zuurstof af te geven, totdat het weer aankomt bij je rechterboezem. De beroemde dokter Hippocrates in het Oude Griekenland ontdekte als eerste dat er ‘oud’ bloed naar je hart toegaat en dat je hart ‘vers’ bloed juist weer door je lichaam stuurt.