De blaas is een hol zakje dat flink kan uitzetten. De urine druppelt continu via beide urineleiders in de blaas. Is de blaas vol genoeg, dan worden bepaalde zenuwen geprikkeld. De blaas trekt zich samen en je voelt dat je ‘moet’. Wanneer de blaas vol zit, is bij iedereen verschillend. Dat heeft ook veel te maken met leeftijd. Een klein, jong blaasje kan zo’n 200 cl hebben, in een echt grote blaas past makkelijk meer dan een liter. De blaas heeft dan de maat van een kleine meloen. Tussen de blaas en de plasbuis zit een kringspier. Die zorgt ervoor dat de urine niet zomaar uit de blaas kan ontsnappen. Daar geef je zelf ‘groen licht’ voor. Via de blaas en de plasbuis gaat de urine dan het riool in. Bij wildplassers ligt dat weer iets anders, maar we gaan er even vanuit dat je gewoon naar de wc gaat. De plasbuis is bij meisjes korter dan bij jongens.