Je bloedvaten
Je hebt 3 soorten bloedvaten: slagaders, aders en haarvaten.
Je slagaders komen van je hart en zij zorgen ervoor dat het bloed naar alle delen van je lichaam wordt gestuurd. Daarom voel je je slagaders kloppen, net zoals je hart. Het bloed wordt met elke pompbeweging of hartslag door je slagaders gestuwd.
Door je aders stroomt je bloed weer terug naar je hart. In de aders zitten klepjes zodat het bloed goed terug naar het hart kan stromen en niet terug naar beneden gaat. Aders hebben een minder elastische wand dan slagaders. Slagaders worden steeds kleiner en gaan over in haarvaten. Er kan maar weinig bloed door een haarvat stromen en daarom heb je er ook miljoenen. Zo kan toch al je bloed vervoerd worden. En haarvaten komen aan de andere kant weer bij elkaar en worden weer grote vaten. Dat zijn de aders.
Wat kan je laten zien?
Pak met je rechter wijs- en middelvinger de binnenkant van je pols. Je voelt het kloppen, dat is je bloed dat door de slagaders stroomt.
Waarvoor dient je bloedsomloop
Je hart en alle bloedvaten samen (slagaders, aders en haarvaten) , noemen we de bloedsomloop.
Er zijn 2 bloedsomlopen, een grote bloedsomloop en een kleine bloedsomloop.
De grote bloedsomloop zorgt ervoor dat zuurstofrijk bloed vanuit je hart naar alle delen van je lichaam gaat en dat zuurstofarm bloed weer terugkomt in je hart.
Het zuurstofarme bloed zit vol met koolzuurgas, CO2 dus en gaat na de grote bloedsomloop via de kleine bloedsomloop vanuit je hart naar je longen.
In je longen geeft je bloed de CO2 af, zodat je dit kunt uitademen en neemt weer nieuw zuurstofrijk bloed mee naar je hart en dan pompt je hart het weer via de grote bloedsomloop naar alle delen van je lichaam.